Zomertijd is de tijd die van april tot en met oktober wordt aangehouden door de klok een uur vooruit te zetten. Dat houdt in dat de klok een uur voor te laten lopen op de standaardtijd (wintertijd). Ongeveer 70 landen verzetten twee keer per jaar de klok.

Energiebesparing met zomertijd

In de zomer komt de zon zo vroeg op dat het al licht is terwijl de meeste mensen nog slapen. Door de klok te verzetten lijkt de zon later op te komen en weer onder te gaan. Hierdoor is het ’s morgens langer donker, en blijft het ’s avonds juist langer licht. De periode van daglicht komt zo beter overeen met de periode waarin de meeste mensen wakker zijn. De gedachte achter zomertijd is dat men zo zou kunnen bezuinigen op verlichting en elektriciteit. Het energiebesparende effect van zomertijd is echter omstreden.

Roep om afschaffing

Snel na de Tweede Wereldoorlog klaagden veehouders dat de zomertijd het leven op de boerderij, maar ook van de mens an sich in de war brengt. Steeds vaker begint de roep om de zomertijd stop te zetten, een groter aantal fans te krijgen. Waar het ooit 100 jaar geleden werd ingevoerd om kolen te besparen, is het tegenwoordig zo dat mensen juist meer energie verbruiken. Volgens een Amerikaans onderzoek blijven mensen een uur langer actief. Hieruit kan ook geconcludeerd worden dat mensen een ander slaapritme krijgen in de zomertijd. Mensen slapen korter. Hierdoor nemen de kansen op ongelukken in het dagelijks leven toe.