Vrijspraak voor bedreiging via telefoon

Foto: Rechtspraak

De rechtbank spreekt een 36-jarige man uit Harderwijk vrij van bedreiging tijdens 2 telefoongesprekken. De rechtbank vindt dat er onvoldoende bewijs is dat de man tijdens de gesprekken daadwerkelijk bedreigingen heeft geuit.

Vrijspraak

De man voerde kort na elkaar 2 telefoongesprekken. De eerste met een medewerkster van de huisartsenpost en – direct daarna – met de 112-hulpdienst. Hierbij zou de man onder andere hebben gezegd dat hij een aanslag zou plegen als er niet naar hem geluisterd zou worden.

Opname gesprek

Het gesprek met de 112-hulpdienst is opgenomen en de rechtbank heeft de opname beluisterd ter zitting. In dit gesprek uit de man een gedachte waarvan hij weet dat deze niet normaal is. Hij belt daarom voor hulp. Zijn toon is rustig en zijn woorden zijn niet bedoeld om hulp af te dwingen. Dat betekent dat de rechtbank niet bewezen vindt dat de man de 112-medewerkster heeft bedreigd.

Onvoldoende bewijs

Een opname van het eerste gesprek met de huisartsenpost zat niet in het dossier. De man ontkent dat hij in dit gesprek bedreigingen heeft geuit. De aangifte alleen is onvoldoende bewijs om tot een veroordeling te komen. De opname van het tweede telefoongesprek met de 112-hulpdienst vindt de rechtbank onvoldoende steunbewijs. Het enkele feit dat verdachte in het tweede gesprek over dezelfde onderwerpen spreekt als in het gesprek met de huisartsenpostmedewerkster is daarvoor onvoldoende.

De volledige uitspraak wordt binnenkort gepubliceerd.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen